De vrije ruimte over het fiscale loon tot en met € 400.000 is in 2020 en 2021 verhoogd van 1,7% naar 3%. Dit biedt u, als u daarvoor de financiële ruimte hebt, de mogelijkheid om uw werknemers in deze moeilijke tijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld met een bloemetje of een cadeaubon. En dat kan tegelijk sectoren helpen die getroffen zijn door de crisis.
Over het bedrag van de loonsom boven € 400.000 blijft de vrije ruimte in 2020 1,2% en in 2021 1,18%.
Werkgevers kunnen compensatie aanvragen voor een betaalde transitievergoeding bij ontslag als zij een werknemer ontslaan die meer dan 2 jaar ziek is. Dit geldt ook als een klein bedrijf stopt doordat de eigenaar met pensioen gaat of overlijdt.
Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurig zieke werknemer
Een werkgever moet loon doorbetalen aan een zieke werknemer. Als de werknemer meer dan 2 jaar ziek is, kan de werkgever ontslag aanvragen bij UWV. De zieke werknemer heeft dan recht op een transitievergoeding.
Met de Regeling compensatie transitievergoeding kan de werkgever de betaalde transitievergoeding terugkrijgen. Zo voorkomt de Rijksoverheid dat werkgevers te maken krijgen met een opeenstapeling van kosten na 2 jaar loon doorbetalen aan zieke werknemers. Daarnaast geeft deze regeling werknemers meer zekerheid. Dit zorgt dat werkgevers sneller het dienstverband beëindigen na 2 jaar ziekte.
Voor de voorwaarden zie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontslag/compensatie-transitievergoeding
De maatregel voor de onbelaste vaste reiskostenvergoeding is in januari 2021 verlengd tot 1 april 2021. Het kabinet verlengt deze maatregel nu tot 1 juli 2021. Dit houdt in dat de werkgever tot 1 juli 2021 de bestaande vaste reiskostenvergoedingen onbelast kan vergoeden, ook al maakt de werknemer deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig).
Veel werkgevers betalen de vaste reiskostenvergoeding door aan hun werknemers ook wanneer ze voornamelijk thuiswerken. Voorwaarde voor het doorbetalen van de onbelaste reiskostenvergoeding is dat werknemers deze ook al voor 13 maart 2020 ontvingen.
Deze wet is ingevoerd om het vaste contract voor werkgevers aantrekkelijker te maken. Wanneer een werknemer een vast contract krijgt zal de werkgever een lagere WW- premie betalen dan voor iemand met een flexibel contract.
De hoofdregel is dat vanaf 1 januari 2020 de lage premie geldt voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tenzij sprake is van een oproepovereenkomst.
Nul- urencontracten en min-max contracten komen niet in aanmerking voor de lagere premie.
Voor arbeidsovereenkomsten die worden aangegaan voor een leerwerktraject in de beroepsbegeleidende leerweg geldt een uitzondering. Deze contracten zijn altijd voor een bepaalde tijd, maar toch mag je als werkgever het lage percentage hanteren. Dit geldt ook voor werknemers die jonger zijn dan 21 jaar en niet meer dan 12 uur per week werken.
Het lage percentage wordt herzien:
De voorwaarden hiervoor zijn:
Werknemer en werkgever hebben een schriftelijk addendum ondertekend.
Uit het addendum blijkt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd welke geen oproepovereenkomst is. Het addendum wordt bewaard bij de loonadministratie.
Is een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nog niet verstreken, maar wordt deze wel omgezet in een contract voor onbepaalde tijd of wordt het contract voor bepaalde tijd opgevolgd door onbepaalde tijd? Dan mogen deze afspraken ook vastgelegd worden in een addendum.
Ketenbepaling:
De periode waarin opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een vast contract wordt verruimd. Vanaf 2020 is het mogelijk om 3 tijdelijke contracten in 3 jaar aan te gaan. Dit was in 2019 nog 3 contracten in 2 jaar.
Werknemers met tijdelijke contracten mogen na een pauze van 3 maanden weer ingehuurd worden. Dit kan alleen bij terugkerend tijdelijk werk dat maximaal 9 maanden per jaar wordt gedaan. Een voorwaarde is dat hier wel afspraken over zijn gemaakt in de cao.